Zoeken
2 Kronieken 9,31 - Hij ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de Davidstad. Zijn zoon Rechabeam volgde hem op.
2 Koningen 8,24 - Joram ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven bij zijn vaderen in de Davidstad. Zijn zoon Achazja volgde hem op.
1 Koningen 15,8 - Abia ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de Davidstad. Zijn zoon Asa volgde hem op.
2 Kronieken 13,23 - Hij ging te ruste bij zijn vaderen en werd begraven in de Davidstad. Zijn zoon Asa volgde hem op. Tijdens zijn regering had het land tien jaar rust.
2 Koningen 15,7 - Azarja ging bij zijn vaderen te ruste en werd bij zijn vaderen in de Davidstad begraven. Zijn zoon Jotam volgde hem op.
2 Koningen 16,20 - Achaz ging bij zijn vaderen te ruste en werd bij zijn vaderen in de Davidstad begraven. Zijn zoon Hizkia volgde hem op.
1 Koningen 14,31 - Rechabeam ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven bij zijn vaderen in de Davidstad. Zijn moeder heette Naama en was een Ammonitische. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Abia.
1 Koningen 11,43 - Toen ging hij bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de stad van David, zijn vader. Zijn zoon Rechabeam volgde hem op.
2 Kronieken 27,9 - Jotam ging bij zijn vaderen te ruste. Hij werd begraven in de Davidstad, en Achaz, zijn zoon, volgde hem op.
2 Kronieken 12,16 - Rechabeam ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de Davidstad; hij werd opgevolgd door zijn zoon Abia.
1 Koningen 16,6 - Baësa ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in Tirsa. Zijn zoon Ela volgde hem op.
1 Koningen 16,28 - Omri ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven te Samaria. Zijn zoon Achab volgde hem op.
2 Koningen 13,9 - Joachaz ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in Samaria. Zijn zoon Joas volgde hem op.
1 Koningen 15,24 - Asa ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de stad van David, zijn vader. Zijn zoon Josafat volgde hem op.
1 Koningen 22,51 - Maar Josafat ging bij zijn vader te ruste en werd begraven in de stad van David, zijn vader. Zijn zoon Joram volgde hem op.
2 Koningen 15,38 - Jotam ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de stad van zijn vader David. Zijn zoon Achaz volgde hem op.
2 Koningen 10,35 - Jehu ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in Samaria. Zijn zoon Joachaz volgde hem op. Achtentwintig jaar had Jehu in Samaria over Israël geregeerd.
2 Koningen 14,16 - Joas ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in Samaria bij de koningen van Israël. Zijn zoon Jerobeam volgde hem op.
2 Koningen 21,18 - Manasse ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven in de tuin van zijn paleis, de tuin van Uzza. Zijn zoon Amon volgde hem als koning op.
2 Kronieken 28,27 - Achaz ging bij zijn vaderen te ruste en werd in de stad Jeruzalem begraven, maar niet in de graven van de koningen van Juda. Zijn zoon Hizkia volgde hem op.
1 Koningen 22,40 - Achab ging bij zijn vader en te ruste en zijn zoon Achia volgde hem op.
2 Koningen 24,6 - Jojakim ging bij zijn vaderen te ruste en zijn zoon Jojakin volgde hem op.
2 Kronieken 21,1 - Josafat ging bij zijn vaderen te ruste en werd in de Davidstad bij zijn voorvaderen begraven. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Joram.
2 Kronieken 26,23 - Uzzia ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven bij zijn vaderen op een stuk grond bij het graf van de koningen want men zei: 'Het is een melaatse.' Zijn zoon Jotam volgde hem op.
1 Koningen 2,10 - Toen ging David ter ruste bij zijn voorvader en werd begraven in de Davidstad.
2 Koningen 14,29 - Jerobeam ging bij zijn vaderen, de koningen van Israël, te ruste en zijn zoon Zekarja volgde hem op.
2 Koningen 15,22 - Menachem ging bij zijn vaderen te ruste. ZIJN zoon Pekachja volgde hem op.
2 Koningen 20,21 - Hizkia ging bij zijn vaderen te ruste en zijn zoon Manasse volgde hem als koning op.
2 Kronieken 33,20 - Manasse ging bij zijn vaderen te ruste en men begroef hem bij zijn paleis. Zijn zoon Amon volgde hem op.
2 Kronieken 32,33 - Hizkia ging bij zijn vaderen te ruste; men begroef hem op de helling waar de graven van de zonen van David liggen, en heel Juda en alle inwoners van Jeruzalem bewezen hem de laatste eer. Zijn zoon Manasse volgde hem op.
2 Koningen 21,26 - Hij werd begraven in zijn graf, in de tuin van Uzza; zijn zoon Josia volgde hem als koning op.
Deuteronomium 10,6 - De Israëlieten vertrokken van Beerot, een stad van de Jaakanieten, naar Mosera. Daar overleed Aaron; hij werd ter plaatse begraven. Zijn zoon Eleazar volgde hem op.
2 Koningen 14,20 - Op hun paarden brachten ze hem naar Jeruzalem, waar hij in de Davidstad bij zijn vaderen werd begraven.
2 Kronieken 25,28 - Op paarden werd hij overgebracht en hij werd in de Davidstad bij zijn vaderen begraven.
2 Koningen 13,13 - Joas ging bij zijn vaderen te ruste en Jerobeam besteeg de troon. Joas werd begraven in Samaria bij de koningen van Israël.
2 Koningen 12,22 - Het waren Jozakar, de zoon van Simat, en Jozabad, de zoon van Somer, zijn hovelingen, die hem doodden. Men begroef hem bij zijn vaderen in de Davidstad. Hij werd opgevolgd door zijn zoom Amasja.
Wijsheid van Jezus Sirach 47,23 - Salomo ging bij zijn vaderen te ruste maar de heerser die hij naliet, groot in dwaasheid, klein van verstand, Rechabeam, bracht door zijn raadsbesluit een scheuring onder het volk teweeg.
2 Koningen 9,28 - Zijn dienaren brachten hem over naar Jeruzalem en begroeven hem in zijn eigen graf bij zijn vaderen in de Davidstad.
2 Kronieken 17,1 - Zijn zoon Josafat volgde hem op. Deze versterkte zijn positie tegenover Israël
1 Koningen 14,20 - Jerobeam heeft tweeëntwintig jaar geregeerd. Hij ging bij zijn vaderen te ruste en werd opgevolgd door zijn zoon Nadab.
2 Koningen 13,24 - Toen koning Hazaël van Aram gestorven was, volgde zijn zoon Benhadad hem op.
Exodus 32,6 - De volgende morgen droegen zij in alle vroegte brand- en slachtoffers op. De mensen gingen zitten om te eten en te drinken, daarna gaven zij zich aan feestelijk vermaak over.
2 Koningen 15,14 - Menachem, de zoon van Gadi, rukte uit Tirsa op en drong Samaria binnen. Daar vermoordde hij Sallum, de zoon van Jabes, en volgde hem op.
Tobit 6,15 - Ik ben mijn vaders enige zoon en ik ben bang dat ik, als ik het bruidsvertrek binnentreed, mijn voorgangers in de dood zal volgen. Want een demon is verliefd op haar en die doet niemand kwaad behalve hun die haar willen naderen. Ik ben dus bang dat het mij het leven kost en dat ik zo mijn vader en moeder van verdriet om mij in het graf breng. En zij hebben geen andere zoon om hen te begraven.'
2 Koningen 15,10 - Sallum, de zoon van Jabes, beraamde een aanslag tegen hem: hij vermoordde hem en volgde hem op.
1 Kronieken 29,28 - Hij stierf in gezegende ouderdom, verzadigd van het leven, van rijkdom en heerlijkheid, en zijn zoon Salomo volgde hem op.
1 Makkabeeën 1,9 - en bonden zich de diadeem om het hoofd en hun zonen volgden hen op. Gedurende de vele jaren dat hun bewind duurde, brachten zij veel ellende over de aarde.
2 Kronieken 24,25 - Want toen ze hem met hevige pijnen hadden achtergelaten, zwoeren zijn hovelingen tegen hem samen om het bloed van Jojada's zoon te wreken. Zij vermoordden hem in zijn bed. Hij werd begraven in de Davidstad, maar niet in de graven der koningen.
Genesis 47,30 - maar laat mij rusten bij mijn vaderen. Je moet mij uit Egypte overbrengen en in hun graf begraven.' Hij antwoordde: `Ik zal doen wat u vraagt.'
1 Koningen 14,25 - In het vijfde regeringsjaar van Rechabeam rukte Sisak, de koning van Egypte, tegen Jeruzalem op.